Doe ik het zo goed?

joa.schell
Als ik lesgeef voel ik me wel eens de aangever van een spelletje twister. ‘Adem in rechtervoet op groen, adem uit linkerhand op geel.’
Tussen alle instructies over hoe je moet (mag) staan, zeg ik zo vaak mogelijk ook dingen als: ‘merk op wat je voelt in je lichaam’, ‘voel je vrij om een houding aan te passen zodat die goed is voor jou’, ‘het is niet belangrijk om een houding te doen zoals ik het zeg’.

Voor aanvang van een les kwam een vrouw naar me toe. Ze had behoorlijke last van haar knie. Ze kon dus niet alles meedoen en zou zo nodig houdingen overslaan of aanpassen. ‘Helemaal goed, kijk maar wat kan.’
Ik heb de groep via een aantal zonnegroeten naar verschillende houdingen geleid. Ik zie dat de vrouw sommige houdingen en bewegingen anders doet dan ik zeg. Dus alles verloopt volgens plan. 
Dan laat ik de groep naar child’s pose gaan. Ik zie meteen dat deze houding behoorlijk zeer doet aan haar knie. ‘Merk op wat je voelt in je lichaam en doe iets met de signalen die je van je lichaam krijgt.’ De vrouw verplaatst haar gewicht iets naar haar goede knie, het doet nog steeds zeer. ‘We doen deze houding alleen om te ontspannen. Dus als je om wat voor reden dan ook niet kan ontspannen in deze houding, is het misschien fijner om te komen liggen op je buik of op je rug, misschien ga je zitten.’ De vrouw houdt vol in child’s pose. Aan heel haar lichaam kan ik zien dat het veel pijn geeft.
Ik kan het niet meer aanzien, loop naar haar toe en leg m’n hand op haar schouder. Ze komt overeind. ‘Doet dit zeer aan je knie?’ ‘Ja!’ ‘Misschien ga je dan liever languit liggen.’ Ze kijkt opgelucht ‘dankjewel!’.

‘Doe ik het zo goed?’. Het is een vraag die met enige regelmaat terugkomt in m’n les. Soms letterlijk, hardop. Vaker onuitgesproken, terug te lezen in de vragende of juist volhardende blik van de deelnemer.

Wat is mijn antwoord?
‘Ja.’
‘JAAAA!’
‘Het is a-lle-maal goed.’
‘We oefenen, we doen ons best en het is allemaal goed.’